+31 (0) 314 - 368 500
sales@rabelink.nl

Goed naar de zin in ’s-Heerenberg

In gesprek met: Carel Verbeek (64) – uit ons personeelsblad RabeL!NK, editie winter 2020

Het voormalige pand van Rabelink aan de Oude Terborgseweg maakte Carel Verbeek (64) mee als ‘de man van’, sinds november 1990 is hij zelf in dienst bij ons bedrijf. Als geboren en getogen Zelhemmer werkte Carel jarenlang in Doetinchem aan de Vlijtstraat, tegenwoordig is ’s-Heerenberg zijn thuisbasis; zowel qua werk als qua wonen. En dat bevalt uitstekend. Tenminste, meestal. “Het is alleen vervelend als het regent, want ik kom altijd op de fiets.”

Hoewel hij er al jaren niet meer intensief mee te maken heeft in zijn werkzaamheden, loopt de douane als een rode draad door de carrière van Carel. Hij begon te werken als declarant op de Nederlands-Duitse grens, vervulde die functie daarna ook bij Rabelink en ziet vandaag de dag, aan de Immenhorst 2, nog steeds vrijwel dagelijks douanemedewerkers langskomen in ons warehouse; al is dat tegenwoordig dan voor controle (bijvoorbeeld van Canimex-zendingen, als gevolg van de invoerrechten op deze goederen).

Grenzen open
Iets minder dan een halve eeuw geleden was het ook dagelijkse kost voor Carel. “Na de middelbare school ben ik gelijk aan de slag gegaan op een grenskantoor aan de A12, bij grensovergang Bergh Autoweg. Als declarant heb ik er twee verschillende werkgevers gehad”, vertelt hij. Gaandeweg de jaren 80 werd echter duidelijk dat de Europese grenzen op een dag open zouden gaan en dat de grenskantoren dus hun functie zouden verliezen.

Uiteindelijk werd op 1 januari 1993 ‘de interne markt voltooid met de vier vrijheden: vrij verkeer van goederen, diensten, personen en geld’ en dus werden alle douaneformaliteiten aan de binnengrenzen van de Europese Unie afgeschaft. “Maar jaren eerder was al te merken dat de regels wat minder streng gehandhaafd werden, waardoor we minder werk te doen kregen”, zegt Carel. “Sommige van mijn collega’s zijn tot op de laatste dag op het grenskantoor blijven werken, ongelooflijk vind ik dat.” Want Carel zelf zag het einde naderen en koos al eerder voor een alternatief. “Ik wilde niet afwachten en bovendien vond ik het sowieso tijd voor wat anders, want ik had er ondertussen ook al zeventien jaar op zitten aan de grens.”

Kruiwagen
Dat ‘wat anders’ werd Rabelink – niet in de laatste plaats dankzij een handige ‘kruiwagen’, geeft Carel lachend toe: zijn vrouw Marianne werkte al sinds 1978 voor ons bedrijf, op de financiële administratie. Op 1 november 1990 werden ze collega’s, aan de Vlijtstraat 21 in Doetinchem. “Rabelink was toen nog een klein bedrijf, met fijne collega’s. Ik kende iedereen, ook al omdat er destijds veel bruiloften waren bij Rabelink. Dus dat was een mooie binnenkomer.” Waar Marianne een paar jaar later vertrok, bleef Carel zitten, inmiddels dus al dertig jaar lang. “Toen ik begon, waren de grenzen nog dicht en werkte ik deels als declarant – voor eigenlijk alle landen behalve Zwitserland en Malta, die hadden hun eigen afdeling – en deels zorgde ik voor de ritcontrole. Het is nu niet meer voor te stellen, maar in die tijd gebeurde er nog bijna niets digitaal; de douane kwam iedere dag langs om alle papierwerk af te handelen en een hele stapel documenten mee te nemen.”

Ruim een jaar later was er de overstap naar het werk dat Carel nu eigenlijk nog altijd doet: hij ging het account beheren van de toenmalige klant Inter-Ring, een inkoopcombinatie die haar ‘leden’ (waaronder bijvoorbeeld het Doetinchemse warenhuis Huls) voorzag van onder meer meubels, speelgoed en huishoudelijke artikelen. Later kwamen daar andere accounts bij, zoals Polifer brandkasten (‘die plaatsten we ook, onze chauffeurs Kees Goes en Gerrit Smith deden dat, dat was wel een apart iets’) en Mesa in Doetinchem (‘die doe ik nu nog steeds’). “Voor Inter-Ring verzorgde ik de hele administratie: de verdeling van de zendingen, alle in- en uitslag, de collega’s in het magazijn aansturen. Datzelfde doe ik nu voor Mesa, Royal Fassin en Basil, maar daar is het aantal verschillende producten niet zo verdeeld als het bij Inter-Ring was.”

Leuke groep
De namen Royal Fassin en Basil zullen het voor menig collega al verraden: tegenwoordig zit Carel in ’s-Heerenberg aan de Immenhorst. “Sinds een jaar of tien. Na de brand aan de Vlijtstraat 21 in 1997 werkte ik aan de Vlijtstraat 54, dus ik zat alweer een hele tijd in Doetinchem en wilde wel weer eens wat anders.” Een goede keus, concludeert hij nu. “We hebben hier een leuke groep, iedereen heeft wat voor elkaar over. Bij ons op kantoor, maar ook in het magazijn. Je ziet weleens dat mensen zich alleen met hun eigen straatje bezighouden, maar we werken hier echt als een team samen.”

Het beviel Carel ook buiten het werk goed in ’s-Heerenberg, want zes jaar geleden verhuisden hij en Marianne – de dochters Jessica (32) en Daniëlle (29) zijn al jaren het huis uit – van Zelhem naar de historische kasteelstad. “Lekker dicht in de buurt”, zegt Carel. “We hebben het er goed naar de zin, en het is op nog geen tien minuten van kantoor. Het is alleen vervelend als het regent, want ik kom altijd op de fiets.”