Arno Gesink: ‘Ik ben blij dat het zo gelopen is’
Drie jaar werd er uitgetrokken voor de integratie tussen Gesink Transport en Rabelink Logistics, na de overname begin 2021. Maar ‘met gepaste trots’ werd in november gemeld: ‘We hebben hele mooie, en grote stappen gemaakt, waardoor het mogelijk is om de daadwerkelijke integratie een jaar naar voren te halen. Een enorme prestatie!’ Het betekende ook dat het afscheid van Arno Gesink met een jaar werd vervroegd. Een laatste terugblik.
Alhoewel dat ‘laatste terugblik’ met een korreltje zout genomen mag worden… nadat de nieuwjaarsreceptie van Rabelink vorige maand op zaterdag 7 januari al deels in het teken stond van het afscheid van Arno en zijn vrouw Trudi, vindt er volgende maand nog een bijeenkomst met de ‘Gesink-groep’ plaats. “Ik zei al: zo komen we nooit van mekaar af”, vertelt Arno lachend. “Maar het is wel hartstikke leuk natuurlijk.”
Zo positief wordt er ook teruggekeken op die zaterdagmiddag bij Streeckgenoot in Doetinchem. “Het was prachtig, we hebben er echt van genoten”, maakt Arno duidelijk. En wat het vooral ook was: “Meer dan wat we ervan hadden verwacht.” Want vooraf was er enige twijfel, geeft de voormalig eigenaar van het Zelhemse transportbedrijf toe. “Ik dacht: moet dat nou? Ik was een beetje bang dat er bijna alleen Rabelink-mensen zouden zijn en slechts een paar van Gesink. Dat zou voor mij geen afscheid zijn.”
Maar gelukkig, zegt Arno nu, stemde hij er toch mee in. “Een hoop collega’s waren er speciaal voor mij. Die kwamen nooit op bedrijfsfeesten, maar waren er nu toch. Dat heb ik enorm gewaardeerd. En ik ben aangesproken door een heleboel Rabelink-medewerkers. Die waardering was heel mooi, óók voor Trudi. Zij heeft toch al die tijd van alles opgeofferd voor het bedrijf en voor mij. Dus ik ben blij dat het zo gelopen is.”
De vele reacties kwamen niet in de laatste plaats door Arno’s speech, die de hele zaal stil kreeg. Er was ruimte voor een grapje links en rechts, maar er werd ook stilgestaan bij de twee Gesink-collega’s die zijn overleden in zijn tijd als directeur. “De impact die dat toen had, kwam weer boven. Het was van begin tot eind muisstil, dat vond ik mooi.”

Trudi en Arno Gesink, Manfred Köhler en Alwin Schweckhorst tijdens de contractondertekening (midden in de coronatijd).
Net zo tevreden kijkt Arno terug op de afgelopen jaren, op de wijze waarop de overname tot stand is gekomen en de integratie vervolgens verliep. De gesprekken met Alwin Schweckhorst waren van begin af aan prettig. “Dat terwijl Rabelink en Gesink in het verleden keiharde concurrenten waren. Het is vaak voorgekomen dat ik bij een potentiële klant kwam en dan lag er ook alweer een offerte van Rabelink. Het was af en toe water en vuur. Maar ook toen al kon ik persoonlijk heel goed met Alwin. Achteraf had ik geen betere partner kunnen bedenken; we hadden dezelfde mentaliteit, dezelfde instelling en hetzelfde doel.”
Dat gold en geldt gelukkig ook voor het grootste deel van de ‘Zelhemse’ collega’s. “Vrijwel al het kantoorpersoneel is gebleven, daar ben ik heel blij mee”, zegt Arno. “Ook voor mezelf; het vooruitzicht was toch dat ik nog drie jaar in functie zou blijven, het was het leukst om dat met de bekende groep te doen. En het heeft het proces ook makkelijker gemaakt. Je mag achteraf zeggen dat het allemaal goed heeft uitgepakt.”
Daar heeft Arno dan ook zijn best voor gedaan – aanvankelijk misschien iets té veel. “Het eerste jaar heb ik het wel iets te gek gemaakt, vooral de eerste zes maanden. Je wil er wat van maken, en ik wilde absoluut niet het idee geven dat Rabelink een kat in de zak had gekocht, dus ik heb de boel bestuurd alsof het nog mijn eigen bedrijf was. Maar ik heb toen wel wat te veel van mezelf geëist, daar heb ik de rest van dat jaar flink last van gehad.” Dat had wel één voordeel, ondervond Arno: “Alles liep gewoon door, we hebben goede mensen aan wie ik het werk met een gerust hart kon overlaten. Mick Regelink en Rianne Gesink stuurden de zaak eigenlijk toch al aan, het was goed om te merken dat dit zo kon.”
Het stelde Arno bovendien in staat om zich toe te leggen op de minder operationele zaken. “In het tweede jaar heb ik me voornamelijk met de klanten beziggehouden. Eerst nog inhoudelijk, later vooral om afscheid te nemen. Die tijd werd me ook gegund, dat was heel prettig.” Het waren dan ook veelal langdurige relaties, opgebouwd door de jaren heen. “Oldenboom is zelfs al meer dan tachtig jaar klant. Maar ook met andere bedrijven werken we al tientallen jaren samen. Die binding is geweldig.”
Dat bleek eveneens uit het feit dat ook de meeste partners Arno’s afscheid niet onopgemerkt voorbij lieten gaan. “Ik heb de kans gekregen om de vijftig grootste klanten te bezoeken. “Van adressen in de regio tot Meer in België, van Bremen en het Ruhrgebied tot Ulm in Beieren. Ik ben gehuldigd, er waren afscheidsdiners, ik heb een presentatie gekregen over veertig jaar samenwerking. En bij één klant zou ik worden opgehaald met zijn Rolls-Royce. Alleen die was net die dag weg wegens onderhoud. Toen kwam hij met zijn Maserati, dat was geen slecht alternatief”, merkt autoliefhebber Arno glunderend op.
“Het is de afgelopen maanden dus een mooie afscheidstournee geweest. Gelukkig hebben we ook in het eerste jaar al bewezen dat we samen geld kunnen verdienen, want 2022 was een topjaar.” De ‘Gesink-kant’ leverde daaraan een wezenlijke bijdrage, bijvoorbeeld door de geweldige groei van 247TailorSteel. “Dat was al onze belangrijkste klant en die worden maar groter en groter. Ik heb dus geen lege huls verkocht, gelukkig. We doen al hun Duitsland-zendingen vanuit Varsseveld. Daarnaast hebben ze vestigingen in Oyten in Noord-Duitsland, Hilden bij Düsseldorf en Langenau in het zuiden, daar doen we al het transport voor.” Dan betrapt hij zich erop dat hij het nog over ‘wij’ heeft. Lachend: “Ja, dat moet nog even wennen.”