+31 (0) 314 - 368 500
sales@rabelink.nl

Al veertig jaar een rood-blauw hart

Gisteren vierden we een feestje! Bennie Overgoor (63) begon alweer veertig jaar geleden bij Rabelink. En nog altijd gaat hij met veel plezier naar het werk.

Bennie in zijn dagen als chauffeur.

Voordat hij begon bij Rabelink werkte hij bij een bouwmaterialenhandel, als chauffeur. De zwager van Henk Rabelink was er werfchef. Hij zag hoe Bennie zijn werk deed en op een dag zei hij: “Als je verder wilt groeien, wil ik wel een woordje voor je doen bij mijn zwager, Henk Rabelink. Die heeft een transportbedrijf en daar kom je verder dan hier.” Er was meteen een goede klik en al snel begon hij bij Rabelink als binnenlandchauffeur. Een buitenlandritje heeft hij ook weleens gereden, maar dat was niks voor Bennie. Te veel wachten. “Ik heb geen rust in de kont. Of dat een goede eigenschap is? Daar verschillen de meningen over!”, zegt hij lachend.

Toen hij te maken kreeg met wat gezondheidsproblemen, ging hij op de loods werken. De bedoeling was dat dat tijdelijk was, maar na een vakantie van drie weken werd hij op het kantoor van Henk Rabelink geroepen. “Henk zei dat ze me gemist hadden. Ik legde uit dat ik op vakantie was geweest, maar hij bedoelde dat ze me écht gemist hadden, op de loods. Schijnbaar heb ik organisatietalent en ben ik secuur, waardoor ik me snel kon onderscheiden op de werkvloer. Het was een tijd waarin je je nog echt moest bewijzen, en dat heb ik gelukkig goed gedaan. Ik leg de lat altijd hoog voor mezelf.” Door die instelling wordt hij later gevraagd voor de positie van loodsbaas aan de Vlijtstraat 21.Daar maakte hij ook zijn dieptepunt van veertig jaar Rabelink mee. “Dat was de brand. Dat is me echt bijgebleven.” Op 22 april 1997 zaten Bennie en zijn collega’s in de kantine, een los gebouwtje op het terrein. Om 12.40 uur kwam iemand de kantine binnenlopen. Hij zei dat er rook onder de grote roldeur door kwam. Toen Bennie meteen ging kijken hing collega Connie Wieringa, die op de verdieping boven de roldeur zat, uit het raam en riep dat er allemaal rook naar binnen kwam. Bennie riep terug dat iedereen snel naar beneden moest komen. “Dat was maar goed ook, een uur of anderhalf later was er al niks meer van het hele pand over.”

Bennie (geheel rechts, met muts) kijkt toe terwijl de eerste schop in de grond gaat voor de bouw van het pand aan de Vlijtstraat 54.

De brand heeft er bij Bennie flink ingehakt, maar hij ging daarna vol goede moed weer aan het werk, op de Vlijtstraat 54 en later in Wehl. Toen in 2015 een aantal ingrijpende privégebeurtenissen elkaar opvolgden, besloot Bennie het wat rustiger aan te gaan doen en meer te gaan genieten van het leven. “Een psycholoog zei tegen me: ‘Je loopt tegen de 60 aan. Vroeger kon je over de lat springen, nu moet je accepteren dat je hem alleen nog aan kan tikken.’ Toen ben ik naar huis gegaan en heb ik tegen mijn vrouw gezegd dat ik de lat lager ging leggen, zodat ik er weer overheen kon springen.” Zo gezegd, zo gedaan: hij legde zijn leidinggevende functie neer om weer aan het werk te gaan als loodsmedewerker. “Dat was een heel goede beslissing.”

Samen met Frans Peters aan de slag met een decor voor een buutreedner die een optreden deed bij de opening van de Vlijtstraat 54.

Bennie heeft Rabelink van dichtbij zien groeien. En dat vindt hij mooi. “Natuurlijk zijn er mensen die het lastig vinden dat het bedrijf groter wordt. Dat je niet iedereen meer kent. Maar dat gevoel heb ik niet.” Zijn persoonlijke hoogtepunt was de bouw van het nieuwe hoofdkantoor in Wehl, en nu ook de recente uitbreiding naar Zevenaar. “Ik zie de groei en daar ben ik trots op, dat ik daar een steentje aan heb kunnen bijdragen.” Hoewel het aantal collega’s enorm gestegen is, is voor Bennie het familiegevoel er zeker niet vanaf gegaan. “Ik kan zo naar binnen lopen bij Ton, Twan en Alwin en over werk en privé praten. Dat is mooi. Ze weten hoe mijn leven in elkaar zit en andersom ook. Ik ben heel blij met de top binnen het bedrijf, dat het mensen zijn die je persoonlijk kennen en die ik ken.”

Dat veel mensen binnen Rabelink Bennie goed en lang kennen, blijkt ook uit de woorden die Alwin vandaag sprak tegen Bennie, onder genot van koffie en taart en in gezelschap van enkele collega’s op veilige afstand natuurlijk: “We gaan een heel eind terug samen. Ik heb nog jouw motorwagen overgenomen toen ik bij Rabelink begon. We hebben een heleboel ups en downs meegemaakt samen. De zware jaren midden jaren ’90, toen ook nog eens de brand uitbrak. Maar ook de mooie jaren daarna, waarin we met een hechte groep er keihard aan hebben getrokken om alles weer op de rit te krijgen, met een positieve instelling. En dat is gelukt. Je bent milder geworden met de jaren, maar altijd deed je alles omdat je het beste voor Rabelink wilde. Je hebt altijd je hart en ziel gegeven. En dat is echt bijzonder.”

En Alwin is niet de enige die vol lof en een glimlach terugblikt op een jarenlange samenwerking. Collega Frans Peters ging een tijdje terug al met pensioen, maar kwam ‘voor de hobby’ al snel weer terug om toch nog een dag per week op de vrachtwagen te rijden. Ook hij herinnert zich nog vele jaren samenwerking: “Op 17 april aanstaande ben ik 49 jaar bij Rabelink, Bennie begon 9 jaar later. Ik werkte als chauffeur vooral in de regio, dus ik was vaak in de loods toen Bennie daar werkte. Hij regelde de dingen, en dat deed hij goed. Het waren toen forse dagen: vroeg beginnen ’s morgens en dan tot ’s avonds door. Als chef was hij secuur, hij hield van opgeruimd en netjes. Spullen op de loods moesten er strak bijstaan. Als iemand de boel de boel wou laten, ging dat er bij hem echt niet in. Als iemand de regels aan zijn laars lapte, kreeg hij wel de wind van voren”, herinnert Frans zich met een lach.

Ook Connie Wieringa, inmiddels met pensioen, deelt graag nog wat herinneringen. “Ik ken Bennie niet anders dan als een hele goede collega en vakman. Als ik inhoudelijke vragen had, over verpakking, ruimte of ladingen, kon ik altijd bij hem terecht voor een goed antwoord. Hij was eerlijk over de mogelijkheden, recht door zee. Je hoefde nooit te denken ‘wat bedoelt hij nou’, dat liet nooit te raden over!”, zegt hij lachend. “Ik kon altijd heel goed met hem. Hij is betrokken, stond dicht bij me. We deelden het rood-blauwe hart. Dat vond je altijd terug bij hem. Het is een echte Achterhoeker, eentje van de ‘kolde grond’. Doe maar gewoon, maar vooral werken. Bennie is ook altijd zeer actief geweest bij de PV in het organiseren van feestjes. Aan het einde van die feestjes vroeg hij dan standaard een nummertje aan: Jantje Koopman – Rode Rozen. Hij kon daar helemaal op wegzwijmelen. Nostalgisch is hij hoe dan ook. Zo draagt hij nog steeds het blauwe mutsje dat Dolly Rabelink ooit voor hem gemaakt heeft!”

Het is duidelijk: de afgelopen veertig jaar hebben Bennie en Rabelink genoeg met elkaar meegemaakt! En er blijven nog een paar jaar over om nieuwe herinneringen aan dit lijstje toe te voegen voordat het tijd is voor een welverdiend pensioen.

 

Bennie en zijn vrouw Annelies.